Campagne tegen Bastaardsatijnvlinder
Aanverwante artikelen
Meierijsche Courant 26 maart 1928: ‘De Burgemeester van Eindhoven vestigt er de aandacht op dat in heggen, loofhoutstruiken en boomen, zelfs in bloemheesters en rozenstruiken thans veelvuldig voorkomen, de groote wit tot grauw gekleurde spinselnesten van de rupsen van den z.g. Bastaardsatijnvlinder.’
Twee jaar later als de plaag steeds ernstiger vormen aanneemt, treedt de ‘Rupsenverordening 1930’ in werking. Particulieren moeten zorg dragen voor vernietiging van de nesten op hun eigen terrein. Overtreders kunnen beboet worden met 25 gulden of 6 dagen gevangenisstraf.
In februari 1930 blijkt dat de tuin van wijlen de Dames Maurissen in de Rechtestraat 37 zich rupsennesten bevinden. De vertegenwoordiger van de erfgenamen, de heer Frits Leijsten, weet te vertellen dat de wettelijke erfgenamen in het buitenland vertoeven en niet van zins zijn de nesten op te ruimen. De gemeente neemt het zuiveren van de tuin op zich. Drie arbeiders werken er 17 uur aan. Kosten: f 17,53.
De rekening wordt aan de heer Leijsten toegestuurd maar die weigert te betalen. De zaak blijft liggen. Drie jaar later wordt een nieuwe poging gedaan het bedrag te innen. Leijsten biedt aan de nota met f 8,= te voldoen, omdat dit destijds begroot zou zijn door een voorwerker van de plantsoendienst. De directeur van Gemeentewerken ontkent dit en adviseert het hele bedrag te blijven vorderen.
Maar B&W zijn het zat. Op 30 juni 1933 schrijven zij: ‘Het College meent dat er over deze aangelegenheid genoeg te doen is geweest en dat door al het geschrijf en het onderhandelen meer kosten worden gemaakt en zijn gemaakt dan kunnen worden terugontvangen. Uit dien hoofde wenscht het College genoegen te nemen met een bedrag van f 8,=’. Op 10 juli 1933 betaalt de familie Maurissen de 8 gulden. De zaak is eindelijk gesloten.
Bron: Regionaal Historisach Centrum Eindhoven