Charles Eyck

Jaar van het Religieus Erfgoed

2008 is niet alleen het jaar waarin de Olympische Spelen hebben plaatsgevonden. Behalve het Internationale Jaar voor Sanitaire Voorzieningen was het door de Stichting Kerkelijk Kunstbezit Nederland en de provinciale Steunpunten Monumentenzorg en Archeologie ook uitgeroepen tot het Jaar van het Religieus Erfgoed. Een jaar waarin volop publieksactiviteiten plaatsvonden om zelf te ervaren wat religieus erfgoed voor ons betekent: schoonheid, een plek van herkenning en ontmoeting, een deel van onze geschiedenis.

Een foto waarop Charles Eyck bezig is met de beschildering van de kerk van Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming in Helmond. De bouw van deze kerk die door veel Helmonders Lieve Vrouwekerk of Mariakerk wordt genoemd is begonnen in 1914 naar een ontwerp van architect Jos Margry uit Rotterdam. Het was de derde parochiekerk in de snel groeiende stad. Op 9 juli 1915 was de kerk zover voltooid dat de nieuwe parochie kon worden opgericht. Het gebied van deze parochie omvatte de westzijde van de Zuid-Willemsvaart en behoorde daarvoor tot de parochie van het H. Hart. De kerk zou worden gebouwd als een driebeukige kruisbasiliek met een centrale koepel; in 1917 waren door financiële moeilijkheden echter alleen het koor en de dwarsbeuken met de koepel klaar. De afbouw van de kerk met het middenschip en de toren werd pas in 1925 hervat en kwam in 1928 gereed.

Bij het 25-jarig jubileum van de parochie en van bouwpastoor B.H. van der Hagen in 1940 werd namens de parochianen de beschildering van de kerk aangeboden. De opdracht ging naar Charles Eyck die in de jaren dertig al de opalineglaswand achter het hoofdaltaar had ontworpen. Er werd een begin gemaakt, maar het werk kwam door het uitbreken van de oorlog al meteen weer stil te liggen. Na de oorlog werd de beschildering hervat en deze werd in 1949 voltooid. Charles Eyck werd in 1897 in Meerssen geboren en had al vroeg belangstelling voor cultuur, lezen en tekenen. Op veertienjarige leeftijd, hij is inmiddels tengevolge van een ziekte doof geworden, gaat hij bij de aardewerkfabriek “De Céramique” in Maastricht kopjes en schoteltjes decoreren. Door het volgen van lessen aan de avondtekenschool te Maastricht, de Academie te Rotterdam, en in 1918 aan de Rijksacademie voor beeldende Kunsten in Amsterdam, bekwaamt hij zich verder. Met zijn eindexamenwerk, het schilderwerk “De Verloren Zoon” wint hij in 1922 de “Prix de Rome”, een Nederlandse staatsprijs voor kunstenaars en architecten bedoeld ter stimulering van de artistieke ontwikkeling. Aan de prijs zit een geldbedrag vast dat besteed moet worden voor een 3-jarige studie van kunstobjecten in Frankrijk en Italië en een rapportage aan de Academie. Zo vertrekt hij naar de zuidelijke landen. In 1929 is er een Charles Eyck-tentoonstelling in een galerie in Parijs die een groot succes is; zijn werken zijn in drie dagen geheel uitverkocht.

De eerste opdrachten van kerkbesturen voor wandschilderingen komen al snel binnen. Na de beschildering van de kerk van Rumpen in Zuid-Limburg is zijn naam gemaakt, en wordt hij gevraagd voor schilderingen in de Nederlandse paviljoens op de wereldtentoonstellingen van Brussel in 1935 en Parijs in 1937. Bij de beschildering van de kerk van Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming werd hij geholpen door Daan Wildschut, een kunstenaar die vooral bekend is van zijn glas-in-loodramen en mozaïeken. Op de wereldtentoonstelling van 1935 in Brussel was er in het Nederlandse Paviljoen een groot raam van hem te zien. Na de Tweede Wereldoorlog hadden hij en Charles Eyck hun ateliers in het Bonnefantenklooster te Maastricht.

Centraal achter het altaar zien we een schildering van Maria ten Hemelopneming in een zwierige stijl. De schilderingen op de muren en naast het altaar zijn afbeeldingen uit het Oude Testament. De muurschilderingen van het middenschip zijn verhalen uit het Nieuwe Testament. In de koepel staan de vier evangelisten afgebeeld met hun symbolen: Johannes met de adelaar, Mattheüs met de engel, Marcus met de leeuw, en Lucas met de stier. Op de foto zien we Charles Eyck (links) en Daan Wildschut op de steiger onder de koepel bezig met het decoreren van bloemmotieven in het boogfries dat als rand onder de koepel loopt.

Bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven.

Reactie plaatsen

Naam

E-mail

Bericht

Ik ga akkoord met het privacy beleid




Vergeet niet akkoord te gaan met het privacy beleid
Reacties worden geladen...
Ontdekken
Opvang van Belgische vluchtelingen in barakken aan de Christinalaan, 1914-1918. Beeldcollectie RHCe
Het motto van Notten.
Gebied Strijp
Wie herkent deze zangtalentjes?
images/hourglass.png

ZOEKEN...